Kanker

Kanker

Kanker

Kanker is een verzamelnaam van diverse kwaadaardige ziekten. De wetenschap die dit bestudeert heet oncologie. Kanker karakteriseert zich door een ongebreidelde, afwijkende groei van cellen waarbij de tumorcellen normale weefsels en organen kunnen wegdrukken of infiltreren. Ook kunnen uitzaaiingen ofwel metastasen ontstaan op andere plaatsen in het lichaam.
De meeste soorten kanker zijn tumorvormend, dat wil zeggen dat een ophoping van kankercellen ontstaat die we een tumor noemen. Sommige vormen van kanker, zoals leukemie ofwel bloedkanker vormen echter geen tumor, maar verspreiden zich in het lichaam via het bloed. Niet alle tumoren of gezwellen zijn kwaadaardig. Er zijn ook goedaardige tumoren die, weliswaar minder vaak, voor kunnen komen bij kinderen/jongeren. Goedaardige tumoren groeien wel als een tumor, maar groeien niet in andere weefsels en geven geen uitzaaiingen. Over het algemeen zijn deze goed te behandelen door ze chirurgisch te verwijderen. Een uitzondering hierop vormen de hersentumoren. Een deel hiervan groeit als een goedaardige tumor. Echter door de beperkte ruimte binnen de benige schedel kan deze groei toch heel veel schade geven in de hersenen. Verwijdering hiervan is vaak niet eenvoudig. Daarom beschouwen we hersentumoren altijd als kwaadaardig, ook al zijn ze dat strikt genomen niet altijd.

Kenmerken

Men vergelijkt kinderkanker vaak met kanker bij volwassenen. Dat is niet terecht. Zo is kanker bij kinderen erg zeldzaam, in tegenstelling tot kanker bij volwassenen. Daarnaast is over het geheel genomen het overlevingspercentage bij kinderen met kanker veel hoger dan bij volwassenen met kanker. De meeste kinderen overleven hun ziekte. De behandeling van kanker is gericht op het stoppen van de celdeling en celgroei en het vernietigen van de tumor (het gezwel). De drie basistherapieën zijn:

  • chirurgie
  • chemotherapie (behandeling met medicijnen)
  • radiotherapie (bestraling)

Soms volstaat één vorm van therapie en soms moet voor een combinatie worden gekozen. In zijn algemeenheid komt een behandelplan vaak tot stand op basis van nationaal en internationaal overleg. Dit heeft tot gevolg dat in vele landen kinderen met een bepaalde kwaadaardige aandoening volgens een zelfde ‘schema’ behandeld worden. Het doorlopen van het complete behandelingsplan kan maanden tot twee jaar duren. Als de ziekte is overwonnen, blijft het kind nog jaren onder medische controle. Dit is noodzakelijk omdat de kans dat de ziekte terugkeert aanwezig is (de kans hierop is voor elke vorm verschillend). Daarnaast kan de ziekte of de medische behandeling blijvende schade veroorzaken waarvoor medische zorg nodig is. Daarom bestaan er poliklinieken voor (jong)volwassenen die als kind kanker hebben gehad. Chirurgie – Bij een chirurgische ingreep wordt de tumor zo volledig mogelijk verwijderd. Om het succes hiervan te vergroten gaat hieraan soms een behandeling met chemotherapie of radiotherapie vooraf. Deze behandeling kan ervoor zorgen dat de tumor kleiner wordt en daardoor gemakkelijker te verwijderen is. Chemotherapie – Chemotherapie is het behandelen met medicijnen, zogenaamde cytostatica, die de celdeling remmen en de kankercellen doden. Deze medicijnen blokkeren echter ook de deling van gezonde cellen. Hierdoor heeft het kind/de jongere last van bijwerkingen, zoals haaruitval, misselijkheid, zweertjes in de mond en infecties door een sterk verminderde weerstand (door een tekort aan witte bloedlichaampjes). Doorgaans verdwijnen deze bijwerkingen na verloop van tijd. Chemotherapie duurt vaak enkele maanden, maar kan ook wel twee jaar in beslag nemen. De behandeling bestaat uit een kuur van medicijnen (tablet, injectie of via infuus) die een aantal dagen duurt. Vervolgens zijn er enkele weken nodig om de gezonde lichaamscellen de gelegenheid te geven zich te herstellen. De tumorcellen herstellen zich trager. Voordat deze klaar zijn met het herstel, wordt de volgende kuur al gegeven. Dit proces herhaalt zich meerdere keren. Ook als er geen activiteit van de ziekte meer aangetroffen wordt, is toch nog vaak chemotherapie noodzakelijk. Vaak is het zo dat er dan nog een paar levende kankercellen aanwezig zijn, die niet meer zichtbaar zijn. Gebleken is dat dergelijke medicijnen een hogere genezing opleveren als ze langer worden toegediend. Radiotherapie – Een derde behandelmethode is radiotherapie (bestraling). Deze behandeling is bedoeld om de tumorcellen te doden. Het kind/de jongere wordt vijf dagen per week bestraald gedurende enkele weken. Dit vindt plaats in een ruimte waar hij/ zij vastligt op een tafel. Dit is nodig om ervoor te zorgen dat de stralen exact op de tumor afgevuurd kunnen worden. Enkele veelvoorkomende bijwerkingen van deze behandelmethode zijn misselijkheid en vermoeidheid.

 

Voorkomende uitingsvormen

Kinderkanker beslaat slechts 0,6% van alle nieuwe gevallen van kanker in Nederland. Dit betekent dat jaarlijks bij ongeveer 550 kinderen onder de achttien jaar kanker wordt vastgesteld. Ondanks dat bescheiden aantal betekent het wel dat in totaal één op de driehonderd kinderen tot achttien jaar te maken krijgt met kanker. Leukemie (kanker van bloedcellen) en hersentumoren zijn de meest voorkomende vormen van kanker bij kinderen (25%), gevolgd door lymfomen (lymfeklierkanker: 10%). Andere vormen van kanker die veel voorkomen bij kinderen zijn onder meer spiertumoren, botkanker, neuroblastoom en Wilms’ tumoren (uitgaande van de nier).

Kinderen met kanker worden veelal behandeld door een multidisciplinair team van een Universitair Medisch Centrum (UMC). Steeds meer kinderen worden behandeld in het Prinses Maxima Centrum voor Kinderoncologie in Utrecht. Over enkele jaren zullen alle kinderen met kanker daar starten met hun behandeling. Er komen UMC’s die gaan ondersteunen bij de uitvoering van de behandeling. Indien van toepassing wordt ook een kinder­revalidatiearts, fysiotherapeut, ergotherapeut en/of logopedist betrokken vanuit het UMC. In enkele gevallen worden kinderen ook behandeld in een revalidatiecentrum. Revalidatie wordt vooral ingezet voor kinderen met botkanker die een amputatie hebben gehad van een arm/been en voor kinderen met een hersentumor, die te maken krijgen met (spraak)motorische beperkingen.

Tips voor de begeleiding

Na de diagnose. Als kanker wordt ontdekt bij een leerling, slaat dat nieuws op school in als een bom. De allereerste taak die de school krijgt is het zorgen voor een goede communicatie met alle betrokkenen.

  • Betrek eventueel een extern deskundige zoals een consulent zieke leerlingen of een begeleider passend onderwijs bij de communicatie tussen het gezin van de zieke leerling en de school.
  • Maak goede afspraken met ouders over wie het initiatief neemt tot het contact en op welke manier het contact plaatsvindt.
  • Vertel, in overleg met ouders, aan de klasgenoten dat de leerling kanker heeft, welke vorm en wat eraan gedaan kan worden.

Tijdens de behandeling. Tijdens de medische behandelingen is de betrokkenheid van de school ontzettend belangrijk voor de zieke leerling. De school en de klas betekenen een houvast met de gewone wereld. Een zieke leerling voelt zich hierdoor gesteund en begrepen.

  • Zoek naar mogelijkheden om rechtstreeks contact te leggen met de zieke leerling, telefonisch dan wel via internet (bijv. via Facetime, Skype of Klassecontact.nl).
  • Houd regelmatig een klassengesprek waarin je met elkaar praat over de zieke leerling.
  • Bekijk of het mogelijk is dat een leerkracht of docent thuis lesgeeft; leerlingen die naar school kunnen, behouden recht op onderwijs.
  • Huiswerk kan een houvast zijn voor een leerling. Stem met de leerling en ouders af wat hierin haalbaar is.

Na de behandeling. Het bestrijden van kanker vergt veel van zowel lichaam als geest. Na de ziekenhuisopname heeft de leerling tijd nodig om te herstellen. Leerlingen kunnen als gevolg van de ziekte en/of behandeling diverse schoolproblemen ondervinden met betrekking tot fysieke ontwikkeling (vermoeidheid, motoriek), cognitieve ontwikkeling en de sociaal-emotionele ontwikkeling.

  • Wees je ervan bewust dat veel beperkingen onzichtbaar zijn.
  • Wees alert op overbelasting; de leerling wil niets liever dan weer normaal met alles meedoen.
  • Houd rekening met geheugen- en concentratieproblemen die kunnen ontstaan ten gevolge van (blijvende) vermoeidheidsklachten.
  • Bij leerproblemen (met name bij leerlingen die behandeld zijn voor een hersentumor): vraag op tijd een uitgebreid onderzoek aan bij een (neuro)psycholoog of orthopedagoog (bij voorkeur in het behandelend centrum).

Publicaties

Websites

  • www.ziekmaarnietschoolziek.nl  EHBZo-koffer: tips voor samenwerking tussen school en ouders, lessuggesties en meer.
  • www.vokk.nl  Vereniging Ouders, Kinderen en Kanker. Voor leerlingen met kanker en voor kinderen die niet meer beter kunnen worden is een leskoffer ontwikkeld. Op deze site staat ook informatie over de verschillende vormen van kinderkanker.
  • www.ziezon.nl Biedt onderwijs op afstand door de inzet van Klassecontact. Ziezon heeft ook consulenten die ondersteuning bieden. Directe link: www.ziezon.nl/ziektebeelden/kanker

Sarah

“Ik heb in de zomervakantie kanker gekregen. De dokter heeft verteld dat ik nog maanden chemokuren krijg en dat ik dan heel ziek en moe word. Maar na de vakantie ga ik wel naar een nieuwe school, in de brugklas. En ik wil niet blijven zitten! Ik wil gewoon meedoen. Ik heb al tegen de dokter gezegd dat ik geen kuur wil als ik mijn kennismakingsweek heb.” 

Tim

“Ik heb een bolletje in mijn hoofd, dat er niet meer uit kan. Ik slik nu medicijnen waar mijn haar van uitvalt en waar ik heel dik van word. Dat vind ik echt zo stom. Ik vind het fijn om toch naar school te gaan, want daar zitten al mijn vriendjes. Maar ’s morgens is het niet leuk, want in de gangen staren die kinderen van de andere klassen me de hele tijd aan.”